De carnavalito is een uitbundige Argentijnse dans met zang die al bestond voor de invasie door de Spanjaarden. Het wordt wel gezien als de snellere vorm van de huayno uit Peru.
Oorspronkelijk was het een wilde en kleurrijke groepsdans, zonder paarvorming, met kringen, rijen en in serpentinevorm. In de 19e eeuw werden figuren uit diverse andere dansen, onder andere uit Europa, opgenomen en werd hij ook steeds vaker in paren gedanst, maar de oorspronkelijke vorm kun je nog steeds in het noordwesten van Argentinië tegenkomen: in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca en La Rioja. De ‘hoofdstad’ van de carnavalito is het bergdorp Humahuaca in Jujuy. De dansers dragen soms nog een bosje basilicum of maïshalm bij zich om een goede oogst af te smeken. Ook in Bolivia, Peru en het noorden van Chili kom je de dans wel tegen. Andere namen voor de carnavalito, of regionale vormen die er erg op lijken, zijn carnaval (rustiger dan de carnavalito), rueda, cacharpaya, khi, baile al erke, baile a la corneta. De twee laatste namen refereren aan de gebruikte grotere blaasinstrumenten.
Ramírez gebruikte een carnaval uit Bolivia in het Sanctus van Misa Criolla.
gedanste carnavalito
Sanctus, caranaval cochabambino uit Misa Criolla van Ramírez door Javier Rodríguez en het Praagse koor Canticorum Iubilo olv Petr Janecek
De carnavalito wordt gespeeld door regionale instrumenten: op de achtergrond een bombo en verder siku, quena en charango (het icreoolse snaarinstrument met ronde achterkant), soms met een erke (een soort Alpenhoorn), maar ook wel met viool. Afhankelijk van de variant wordt hij in twee- of driekwartsmaat gezet. De tekst is in het Spaans of in de oorspronkelijke taal van de regio (Quechua). De beste spelers van quena, siku en charango komen vaak uit het dorp Humahuaca in de provincie Jujuy.
Ariel Ramírez combineert in het Gloria van de Misa Criolla verrassend de carnavalito met de gevoelige yaraví.
Gloria uit Misa Criolla van Ramírez, carnavalito en (vanaf 1:35) yaraví door Huygens Vocaal Ensemble en Javier Rodríguez
El Humahuaqueño (de man uit Humahuaca) van Edmundo Zaldivar, originele, instrumentale versie van de auteur met zijn groep uit 1954
De bailecito (dansje) stamt uit Bolivia en werd in het begin van de 19e eeuw populair in het noorden van Argentinië. De naam wordt ook wel gebruikt voor ieder ander ‘dansje’ in Argentinië, vooral voor de gato, die niets te maken heeft met de ‘echte’ noordelijke bailecito. Om het onderscheid te maken kun je daarom beter spreken van bailecito norteño, de ‘echte’ bailecito uit Jujuy.
De dans staat in een 6/8 maat en wordt begeleid door gitaar, charango en bombo, soms aangevuld met quena en siku of accordeon.
De meeste bailecitos hebben een tekst, meestal amoureus gekleurd.
gedanste bailecito
Viva Jujuy bailecito van Rafael Rossi door Mercedes Sosa (cd: Para cantar he nacido)
Una lágrima he vertido bailecito door Opus Cuatro en Jaime Torres (charango) (cd: No dejes de cantar)