Siku, zampoña of antara
De siku of sikuri is de Indiaanse panfluit: holle bamboestengels, van groot naar klein naast elkaar met bandjes bij elkaar gehouden. De fluit heet siku of sikuri in de taal van de Aimará-indianen en betekent ‘buis die geluid geeft’. De Zuid-Amerikaanse panfluiten stammen uit de pré-incaperiode van de Huari (5e eeuw).
Om het instrument te bespelen heb je twee fluiten nodig om het hele scala aan benodigde klanken te kunnen gebruiken en het vergt veel vaardigheid om een stuk te spelen, terwijl de bespeler, de sikuri, snel wisselt van instrument. De twee fluiten zijn meestal aan elkaar gebonden.
De verschillende formaten van de fluit hebben verschillende namen: de kleinste chulis, de middenmaat maltas en de grotere sankas.
Bij de Quechua-indianen heet de panfluit antara of andarita en heeft hij vaak maar één rij buisjes.
In het Spaans heet de panfluit in het algemeen zampoña. Deze algemene naam wordt bijvoorbeeld in Chili ook voor de siku gebruikt.
Los Reyes Magos uit Navidad Nuestra, siku gespeeld door Roberto Callisaya van Yatiyaña, zang Javier Rodríguez en Coro Encanto
El condor pasa 1e deel (yaraví), soundcheck van Zampoña Sikupan
Aleluia uit Misa por la Paz y la Justicia van Ariel Ramírez, Europese première Leiden 1997, amateuropname. Aan begin siku door Bernabe Mamani, piano Ariel Ramírez, zang Javier Rodríguez en Groot Koor Schola Cantorum Leiden olv Wim de Ru