Peruaanse en Boliviaanse muziek in Argentinië

Deze muziekstijlen komen niet uit Argentinië, maar worden er wel gebruikt. Veel Argentijnse ritmes zijn hier uit voortgekomen.

De huayno (in Quechua-taal: wayñu) is de belangrijkste Peruaanse Incadans. De huayno wordt in paren gedanst, maar soms ook als rondedans rond een paar.  Ook in Argentinië wordt hij gebruikt en de stijl ligt aan de basis van veel feestelijke Argentijnse muziek- en dansstijlen.
Muzikaal is de huayno pentatonisch met een binair ritme, meestal vierkwartsmaat.
Gebruikelijke instrumenten: quena, charango, Zuid-Amerikaanse harp, gitaar.

Gedanste huayno op een Peruaanse bruiloft
La estrella azul, huayno van Peteco Carabajal, gezongen door Opus Cuatro, Festival van Cosquín 2012

De yaraví komt van de harawi van de Inca’s en drukt de bitterheid en verlatenheid van het hooggebergte uit. Het is het lied van de mestizen van Ecuador, Peru en Bolivia en beleefde zijn hoogtepunt rond 1800. Het lied wordt gebruikt als liefdes- maar vooral ook als begrafenismelodie. De oorspronkelijke vorm heeft een 6/8 maat, de Creoolse vorm een 3/4 maat. Het wordt vaak gespeeld met begeleiding van een quena, de Indiaanse rechte fluit.

El condor pasa van Daniel Alomía Robles: yaraví, gevolgd door huayno (vanaf 3:35 min), door Canto Andino
Gloria uit Misa Criolla van Ariel Ramírez, yaraví gevolgd door carnavalito (vanaf 50 sec), Javier Rodríguez met koor olv Carlijn Budde

De taquirari (of takirari, muziek ter ere van de pijl, gebruikt vóór de jacht) is een dans uit het oosten van Bolivia, maar wordt ook veel gebruikt in de Argentijnse provincie Salta. De dansers staan in paren, vaak gekleed in wit, gecombineerd met een kleur. Muzikaal is het een tweekwartsmaat, verwant aan de huayno, mogelijk met wat Spaanse (of Catalaanse) invloeden. Gewoonlijk bestaat de takirari uit een inleiding, gevolgd door twee of drie delen. Ariel Ramírez gebruikt de takirari in het driekoningenlied in de kerstcantate Navidad Nuestra.

gedanste taquirari
Los Reyes Magos uit Navidad Nuestra van Ariel Ramírez met Ariel Ramírez en tenoren Javier Rodríguez , Zamba Quipildor en Gerardo Lopez, 1998

De marinera kan in paren of kring gedanst worden. Het is de dans van de kust van Peru. De stad Trujillo wordt gezien als hoofdstad van de marinera en viert jaarlijks op 7 oktober de ‘dag van de marinera’. De dans wordt meestal begeleid door een cajón peruano, gitaar en ook wel een kleine hoorn. De dans heeft zijn oorsprong in de zamacueca en werd tot 1880 ook zo genoemd, maar in Peru zelf werd de naam veranderd tijdens de Chileens-Peruaans oorlog.
Gedanste marinera

Javier Rodríguez

Vagabundo de la oscuridad van Aníbal Cuadros, Argentijnse marinera gezongen door Javier Rodríguez, begeleid door Daniel Morcos (cajón peruano) en Oscar Puebla (lepels!)

De Peruaanse wals, vals peruano of vals criollo, is een uitzondering op deze pagina. Hij is rond 1900 ontstaan in Lima, onder invloed van de Europese wals en Afrikaanse invloeden. Het genre is, uiteraard, in driekwartsmaat. Hoewel de Europese wals hoorde bij de hogere kringen hoort de Peruaanse wals echt bij de populaire muziek. De Peruaanse, of creoolse, wals is sneller dan de Europese en meer gemarkeerd. Vanaf het begin werd de Peruaanse wals gespeeld op gitaar. Er is een directe relatie met de vals uit de tangosalons.

La Flor de la Canela vals peruano van en door Chabuca Granda
Acercate Cholito, Peruaanse wals uit Cantata Sudamericana van Ariel Ramírez, gezongen door Javier Rodríguez, gitaar Oscar Puebla, percussie Oscar Reta, 2012

Terug naar ritmes van de Andes in noord Argentinië